Middenin de langdurige opstand tegen Spanje, in harde tijden dus, schrijft de jonge P.C. Hooft zijn herderspastorale Granida. Dit luchtig, ernstig spel,extra aantrekkelijk door zang-en dansscènes, had veel succes in zijn tijd. Gekweld door zijn onder de Italiaanse zon ontwaakte zinnelijlkheid, schrijft hij speelse, zoetvloeiende minnedichten.
De Granida en zijn lyrisch werk vormen samen het uitgangspunt voor een lovestory vol passie en wanhoop tussen drie acteurs. De poëtische taal van Hooft voert hen mee naar een arcadische wereld van vrijheid en ware liefde. Is het ware liefde? Is het enkel lust? Kunnen die twee écht samengaan, zoals in de Granida? Bij de acteurs wordt het spelen van de Granida een spelen met het lot, waarbij hun eigen geluk op het spel staat. Een stuk vol humor en tragiek, waarin drie acteurs snakken naar liefde en naar een tijd en taal die voorbij is. De muziek is eigentijds, geïnspireerd op de 17de eeuwse muziek. Bliksemminne was te zien in het Muiderslot, waar Hooft de beste kunstenaars en geleerden van zijn tijd ontving. Hier werd in intieme sfeer deze muziektheaterproductie gespeeld voor een klein publiek. “...Het toneelstuk Granida is een wonder van renaissancistische elegantie en beheersing. Hooft kan sensueel schrijven over de zoete razernij van de liefde. Maar Gerda Holzhaus wilde meer ; ze voegde een nieuwe verhaallijn toe door de actrice en de beide acteurs uit hun rol te laten stappen en op de handeling te laten reflecteren. In dit geval werkte het gelukkig, zeker doordat de spelers de reflectie aankunnen....Toneel en werkelijkheid lopen mooi in elkaar over....” “...Vanaf het begin ben je deelgenoot van hetgeen er in de sfeervol verlichte ridderzaal, vlak voor je neus gebeurt. Alles in het stuk lijkt vloeiend te verlopen. De acteurs Ansje Rooijackers, Paul Disbergen en Arie Kant gaan moeiteloos over van het ene naar het andere personage. Er wordt goed gebruik gemaakt van de ruimte en als er gezongen wordt, maakt dat echt deel uit van het stuk en staat het niet, zoals zo vaak gebeurt, los daarvan. De liederen van Hooft zijn op prachtige wijze door Bob Driessen op muziek gezet en doen sterk zeventiende-eeuws aan....” Tekst: P.C. Hooft, Gerda Holzhaus. Muziek: Bob Driessen. Spel: Ansje Rooijackers, Paul Disbergen, Arie Kant. Musici: Bob Driessen (saxen), Jaap Dercksen (piano, blokfluit) Toneelbeeld: Tineke Fijen. Zakelijke leiding : Gerda Holzhaus / Aat den Burger. |